Taalstoornissen

taalstoornissenTaalontwikkelingstoornis

De taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon (verschillende stadia van de taalontwikkeling). Bij een aantal kinderen kent deze ontwikkeling een vertraagd of afwijkend verloop. We spreken dan van een dysfatische ontwikkeling of een primaire taalontwikkelingsstoornis. Het gaat hier over problemen bij de ontwikkeling van de taalinhoud (woordenschat), taalvorm (zinsbouw, verbuigingen en vervoegingen) en het taalgebruik.

Als de taal zich niet normaal ontwikkelt als gevolg van een verstandelijke beperking een gehoorstoornis of een psychische stoornis, kunnen we spreken van een secundaire taalontwikkelingsstoornis

Bij de taalstoornissen raden we aan de cursus ouderbegeleiding* te volgen. Hierbij worden de ouders opgeleid als coach, zodat ze hun kind thuis op de juist manier kunnen begeleiden.

*Deze cursus zal in de toekomst gegeven worden door Karen Meeusen zodra ze de opleiding heeft afgerond.

 

Afasie

Afasie is een verworven taalstoornis na een beroerte (CVA) of een trauma. De stoornis kan zich uiten in het begrijpen van de taal, het spreken en in het lezen en schrijven. De problemen kunnen variëren van een lichte tot een zeer ernstige vorm.

Elke persoon met afasie is verschillend. Niemand vertoont dezelfde problemen. De ernst en de kenmerken die optreden zijn afhankelijk van de plaats en de grootte van het letsel in de hersenen. De meest voorkomende afasietyspes zijn:

          Motorische afasie (Afasie van Broca): Het begrijpen van korte en eenvoudige zinnen kan bij deze personen                  goed zijn. Het spreken is niet-vloeiend. De persoon weet wel wat hij wil zeggen, maar heeft problemen om                    dit onder woorden te brengen. Hij/zij is zich vaak bewust van zijn problemen, waardoor er vaak frustratie                        aanwezig is.

          Sensorische afasie (Afasie van Wernicke): De meeste personen hebben ernstige problemen in het begrijpen                van de taal. Het spreken is vloeiend. Deze mensen zijn zich niet bewust van hun stoornis, waardoor ze niet                  begrijpen waarom de omgeving  hen niet verstaat.

          Globale afasie: Het begrijpen van taal is ernstig gestoord. Het spreken is bij deze persoon niet-vloeiend en                    soms is er geen spraak mogelijk (mutisme). Deze mensen kunnen zich wel of niet bewust zijn van hun                          probleem.

          Anomische afasie: Het begrijpen is intact. Het spreken is vloeiend, maar er zijn woordvindingsproblemen                      (anomia) aanwezig. Deze mensen zijn zich bewust van hun probleem en geraken vaak gefrustreerd door de                  woordvindingsproblemen.