Slikstoornissen

Dysfagie is een stoornis in het slikvermogen . Het ontstaat na een hersenletsel (bv. een beroerte, ongeval, tumor) of een aandoening van het zenuwstelsel (bv. MS, Parkinson, ALS). Ook na een operatie in het hoofd- en halsgebied kunnen er beschadigingen of belemmeringen optreden.

De kenmerken zijn een combinatie van problemen met de slikspieren, een verminderde gevoeligheid, en een afname van reflexen. Dit kan leiden tot verslikken. Het drinken of voedsel komt dan in de luchtpijp terecht in plaats van in de slokdarm, met hoesten tot gevolg. Dysfagie kan zo ernstig zijn dat het levensbedreigend wordt of dat er sprake is van een aspriatierisico.

Een normaal slikproces bestaat uit 4 fasen:

          Orale voorbereidende fase: kauwen

          Orale fase: voedsel wordt door golfbeweging van tong naar keel gebracht

          Keelfase: slikreflex, keel en neus worden afgesloten zodat er geen voedsel of drinken in de neus of de                          luchtpijp terecht komt.

          Slokdarmfase: de voedselbrok gaat via de slokdarm naar de maag.

Mogelijke gevolgen van een probleem in 1 of meer fasen zijn: kwijlen, voedselresten blijven achter, verslikken, slikproces verloopt vertraagd, gevoel dat er iets blijft steken in de keel (globusgevoel).